Het Griekse referendum van aanstaande zondag 5 juli forceert waarschijnlijk een keuze voor Griekenland: in of uit de euro. Wat is daarbij van belang?
Onvoorspelbaarheid is eerder regel dan uitzondering in de Griekse crisis. In ieder geval heeft de Griekse premier Alexis Tsipras daar zijn handelsmerk van gemaakt: binnen een etmaal de eisen van Griekenlands schuldeisers grotendeels accepteren en vervolgens op woensdagmiddag het Griekse volk weer oproepen om massaal ‘nee’ te stemmen tijdens het referendum van aanstaande zondag.
Voorlopig lijkt het referendum inderdaad uit te draaien op een keuze vóór of tegen de euro.
Tsipras en zijn minister van Financiën Yanis Varoufakis beweren bij hoog en bij laag dat een ‘nee’-stem tegen bezuinigings- en hervormingsplannen van de schuldeisers de Griekse regering een mandaat geeft om verder te onderhandelen voor een betere deal.
Belangrijke Europese leiders lijken echter geen zaken meer te willen doen met de in hun ogen onbetrouwbare Syriza-regering. Zij stellen dat een ‘nee-stem’ de opmaat is naar een Grieks vertrek uit de eurozone. Donderdagochtend suggereerde ook eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem dat tegenover de Tweede Kamer.
In het Engels vertaald krijgen de Grieken de volgende vraag voorgelegd (klik voor uitvergroting).
Het vakje voor 'nee' staat bovenaan op het referendumformulier.
1) Wat zeggen de polls?
Over de betrouwbaarheid van recente opiniepeilingen valt weinig te zeggen. Maar de trend lijkt te zijn dat de opnamerestricties die maandag zijn opgelegd aan Griekse banken een schokeffect hebben veroorzaakt. De meest recente poll van GPO noteert een voorsprong van het ja-kamp van ongeveer 4 procentpunt (47 procent ja, 43 procent nee), met een geschatte foutmarge van 3 procentpunt.
Dit lijkt in ieder geval fors af te wijken van een andere poll, gehouden vóór de sluiting van Griekse banken afgelopen maandag, waarbij nog 57 procent van de gepeilden 'nee' stemde, tegen 30 procent ' ja'-stemmers.
2) Liggen er nog obstakels voor het referendum?
Er zijn nog de nodige juridische schermutselingen. Zo gaf mensenrechtenforum de 'Raad van Europa' eerder deze week aan dat de planning van het referendum niet voldoet aan internationale standaarden. Er is onvoldoende tijd voor discussie en de vraagstelling zou onduidelijk zijn.
Vrijdag moet het hoogste gerechtshof in Griekenland nog uitspraak doen over een zaak die is aangespannen om het referendum 'onconstitutioneel' te laten verklaren.
3) Hoe verloopt de campagne?
De officiële referendumsite van de Griekse overheid heeft veel weg van een propaganda-uiting om zoveel mogelijk nee-stemmen binnen te halen. Er zijn vooral verklaringen en toelichtingen op het nee-advies van de Griekse premier Tsipras te vinden.
Politiek analist David Patrikarakos van de site Politico merkt op dat Oxi (nee) in het Griekse een machtig woord is. Niet voor niets is dit op het stembiljet de eerste keuze.
Oxi heeft voor Grieken namelijk een machtige historische lading: toen de Italiaanse dictator Benito Mussolini op 28 oktober 1940 een verzoek indiende om Italiaanse troepen voet op Griekse bodem te laten zetten, antwoordde de toenmalige premier Ioannis Metaxas simpelweg: Oxi. Daarmee begon de Tweede Wereldoorlog voor Griekenland.
Maar het ja-kamp laat zich ook niet onbetuigd. Europese kopstukken zoals Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker hebben de Grieken openlijk opgeroepen 'ja' te stemmen, met als dreigende ondertoon: een overwinning van het nee-kamp betekent een vertrek uit de eurozone.
Belangrijker is waarschijnlijk de binnenlandse campagne in Griekenland. Daar pleit onder meer de burgemeester van Athene voor een ja-stem. Zijn redenering: als de meeste Grieken het referendum zien als een keuze voor of tegen de euro, wint het ja-kamp, want de meeste Grieken willen in de eurozone blijven.
Oeps! We konden je formulier niet vinden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl